vrijdag 24 oktober 2014

Oudbouw

hoe stram, maar open het gebouw er staat,

grote vellen waaien eruit,
de ramen van papier, nog glad

gestreken zijn ze, de zinnen,
die in de huizen over tafel vlogen,
nu kale hulzen, zonder lichtpit

elk woord dat teveel werd gezegd,
is afgeplakt, geweest, bij de ex-bewoners
als bagage op de rug gegespt

die staat nu verloren in een hoek van de
heldere ruimte, gloednieuwe rand van de stad,
waar palen in rechte lijnen zijn geslagen

een man springt er van punt naar punt,
gewichtsloos huppelend, de last van zijn schouders,
terwijl zijn leven steeds grootser wordt, tot het bijna knapt

als hij bedenkt dat hier zijn kamer, kamer,
kamer komt, het dakraam, uitzicht, bureau,
hier een lamp, daar, wijst aan, daar, de gloeilamp

het idee dat er licht is.... hij rent terug
de trappen af, waar zijn tas bij de voordeur wacht,
met in het zijvak dat schijnsel van vroeger

in de schemer ritst hij hem verder open,
nog onbewust van alle verhalen die dan losbreken,
om de moderne vertrekken weer venijnig snel te vullen

terwijl hij uit het raam kijkt,
naar waar hij vandaan komt, ziet hij de flat,
die valt in de verte
Henneman, J.J.M. 

P.s. Toen wij enkele jaren geleden deze zeefdruk kochten, woonden we nog in een ontzettend drukke straat vlakbij het centrum. Een oud pand, waar deze flat aan de muur hing. Nooit hebben we vermoed dat die aanschaf tot een visioen behoorde, want we wonen nu alsof we in het plaatje zijn gestapt. Het kijken naar dit kunstwerk heeft ons al doen wennen aan het flatleven. Of zijn we soms naar een flat verhuisd, omdat we er zo van gingen houden? Hier hangt het nu in de studeerkamer, het Droste-effect in onze nieuwe woning. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten