hoe stram, maar open het gebouw er staat,
grote vellen waaien eruit,
de ramen van papier, nog glad
gestreken zijn ze, de zinnen,
die in de huizen over tafel vlogen,
nu kale hulzen, zonder lichtpit
elk woord dat teveel werd gezegd,
die in de huizen over tafel vlogen,
nu kale hulzen, zonder lichtpit
elk woord dat teveel werd gezegd,
is afgeplakt, geweest, bij de ex-bewoners
als bagage op de rug gegespt
als bagage op de rug gegespt
heldere ruimte, gloednieuwe rand van de stad,
waar palen in rechte lijnen zijn geslagen
waar palen in rechte lijnen zijn geslagen
een man springt er van punt naar punt,
gewichtsloos huppelend, de last van zijn schouders,
terwijl zijn leven steeds grootser wordt, tot het bijna
knapt
als hij bedenkt dat hier zijn kamer, kamer,
kamer komt, het dakraam, uitzicht, bureau,
hier een lamp, daar, wijst aan, daar, de gloeilamp
hier een lamp, daar, wijst aan, daar, de gloeilamp
het idee dat er licht is.... hij rent terug
de trappen af, waar zijn tas bij de voordeur wacht,
de trappen af, waar zijn tas bij de voordeur wacht,
met in het zijvak dat schijnsel van vroeger
in de schemer ritst hij hem verder open,
nog onbewust van alle verhalen die dan losbreken,
om de moderne vertrekken weer venijnig snel te vullen
terwijl hij uit het raam kijkt,
naar waar hij vandaan komt, ziet hij de flat,
die valt in de verte
die valt in de verte
Henneman, J.J.M. |
P.s. Toen wij enkele jaren geleden deze zeefdruk kochten, woonden we nog in een ontzettend drukke straat vlakbij het centrum. Een oud pand, waar deze flat aan de muur hing. Nooit hebben we vermoed dat die aanschaf tot een visioen behoorde, want we wonen nu alsof we in het plaatje zijn gestapt. Het kijken naar dit kunstwerk heeft ons al doen wennen aan het flatleven. Of zijn we soms naar een flat verhuisd, omdat we er zo van gingen houden? Hier hangt het nu in de studeerkamer, het Droste-effect in onze nieuwe woning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten