Het dichtschrift is online opengewaaid. Op de één of andere manier krijg ik het niet meer te pakken om het in de kast weg te zetten.
Misschien is het de herfst? De woorden vallen als bladeren, blijven soms stilletjes in de achtertuin liggen in hun mooiste kleuren. Je denkt: en nu ga ik dat blad oprapen, maar dan is het alweer weg, door naar de volgende tuin en de volgende. Af en toe heb ik er echt één in handen om als boekenlegger te gebruiken, te drogen tussen de bladzijdes, te bewaren.
Voor ik opnieuw mijn tuin in ga, blijf ik nog even achter het beeldscherm zitten. Daar is er weer één, dwarrelt naar beneden. En ik zie dat mijn buurman over het hekje stapt (mijn tuin in!) en het blad meeneemt. Het ligt nu vast op zijn glazen salontafel te pronken, naast zijn verzameling kastanjes.
Blijkbaar moet ik sneller zijn, en ik besluit een positie dichterbij het raam in te nemen. Als er dan een mooie voorbij komt, zal ik het grijpen!